
Spreekwoorden: (1914)
Iets in den neus krijgen (of hebben)d.w.z. iets in de gaten, in 't snotje krijgen (Waasch Idiot. 600 b: iets in 't slotje? krijgen), in den snuf hebben (Schuerm. 408), den reuk hebben van iets1), er de lucht van krijgen, iets neuzen (Halma, 380), eig. van een jachthond gezegd. Vgl. ook het adjectief...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Iets in den neus krijgen (of hebben)d.w.z. iets in de gaten, in 't snotje krijgen (Waasch Idiot. 600 b: iets in 't slotje? krijgen), in den snuf hebben (Schuerm. 408), den reuk hebben van iets1), er de lucht van krijgen, iets neuzen (Halma, 380), eig. van een jachthond gezegd. Vgl. ook het adjectief...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.